Waterstof? Niet in onze auto, wel in onze woning

Waterstof? Niet in onze auto, wel in onze woning

Is waterstof de brandstof van de toekomst? Niet voor personenwagens. De waterstofauto zal het nooit halen van de ‘gewone’ elektrische auto als het op energie-efficiëntie, prijs en veiligheid aankomt. Maar er zijn andere toepassingen waarin waterstof wel een duurzame oplossing is.

Opinie: Jean-François Cheyns, oprichter en CTO van MobilityPlus

30% rendement – hoe duurzaam is dat nog?

De waterstofauto’s die je nu op de markt vindt, zijn eigenlijk een soort elektrische wagens. Ze hebben een elektrische motor die wordt aangedreven door een kleine batterij. Die haalt zijn stroom echter niet uit een laadpaal maar uit een brandstofcel in de wagen.

Als je waterstof tankt – net zoals je benzine zou tanken – dan komt die in de brandstofcel in contact met zuurstof. Dat triggert een chemische reactie die elektriciteit opwekt en waarbij enkel water achterblijft als ‘uitstoot’.

Perfect duurzaam, dus? Niet meteen.

Grijs, blauw, groen: 50 tinten waterstof

Om waterstof te produceren, brengt men meestal aardgas en water samen onder hoge druk. Bij dat proces komt veel CO₂ vrij, wat de milieuvriendelijkheid van die waterstof meteen naar beneden haalt – vandaar de naam ‘grijze waterstof’.

Bij ‘blauwe waterstof’ gebeurt net hetzelfde, maar de CO₂ wordt opgevangen en opgeslagen in de grond. Zo zweeft het niet rond in de atmosfeer. Iets schoner, maar in mijn ogen weinig beter – er wordt nog altijd CO₂ opgewekt.

Waterstof is pas echt ‘groen’ als hernieuwbare energie, bijvoorbeeld uit zon of wind, gebruikt wordt om water te splitsen in zuurstof en waterstof. Elektrolyse heet dat dan, en daar komen geen schadelijke stoffen bij vrij. Maar … dat proces is allerminst efficiënt. Liefst 50 tot 60% van de energie gaat weer verloren.

Dus: als ‘groene waterstof’ geproduceerd wordt, blijft er amper zo’n 40% energie over. Om die waterstof nadien in de brandstofcel van een waterstofauto weer om te vormen naar elektriciteit, gaat er nog eens zo’n 10% energie verloren. Uiteindelijk is het rendement slechts 30%. Hoe efficiënt kan je dat noemen?

Als je dezelfde hoeveelheid elektriciteit meteen gebruikt om een elektrische auto op te laden, dan houd je nog 96% van die energie over. Om even ver te rijden, heb je met een waterstofauto wel 3 keer meer elektriciteit nodig dan met een elektrische auto.

Niet geschikt voor Jan met de pet

Dat enorme verschil in energie-efficiëntie geeft al aan dat de waterstofauto niet zal winnen van de elektrische auto. Maar het kostenplaatje zit er vast ook voor iets tussen. Zowel de aankoopprijs als de brandstof- en onderhoudskosten zijn aanzienlijk hoger dan bij een EV. En wil je in België waterstof tanken? Dan kan je daarvoor in het hele land in slechts zeven tankstations terecht.

Bovendien is waterstof een explosief goedje. Zit een koppeling of kraan in de wagen niet goed dicht, dan heb je al snel een lek … Gevaarlijk. Nee, ik zie Jan met de pet niet snel rondrijden in een waterstofauto.

Toch energiedrager van de toekomst

Maar waterstof op zich schrijf ik niet af. Het zal als energiedrager zeker een belangrijke rol spelen in onze maatschappij. Het is immers een heel licht en sterk samendrukbaar gas, waardoor je op een kleine oppervlakte en met een laag gewicht veel waterstof kan opslaan, die je dan opnieuw kan omzetten in energie. Zo kan je waterstof vergelijken met een batterij – maar dan veel kleiner en lichter.

Daardoor zijn er verschillende toepassingen waarvoor waterstof nu wél al interessant is en ondertussen worden de mogelijkheden nog volop onderzocht. In de scheep- en luchtvaartsector zie ik waterstof bijvoorbeeld dienst doen als duurzame energiebron. En bij windmolen- en zonneparken kan een teveel aan elektriciteit beter opgeslagen worden als waterstof in plaats van de stroomproductie te stoppen.

Ik geloof ook dat er op termijn geen aardgas meer door onze leidingen gestuwd zal worden, maar waterstof. In onze huizen staat dan geen gasketel meer, maar een brandstofcelketel. Die zet waterstof om in elektriciteit voor onze woning en de warmte die daarbij vrijkomt, gebruiken we voor onze verwarmingsinstallatie. Niet iedereen kan immers zonnepanelen plaatsen – dan lijkt dit me het meest efficiënte alternatief.