Vertrouwen in laadinfrastructuur keldert door vertekend mediabeeld

Vertrouwen in laadinfrastructuur keldert door vertekend mediabeeld

Alle nieuwe bedrijfswagens in ons land elektrisch vanaf 2026. Europa klimaatneutraal tegen 2050. Overal ter wereld schakelen regeringen een versnelling hoger om elektrisch rijden in te burgeren. Tegelijk stuiten ze op scepsis. De laadinfrastructuur hinkt achterop om de elektrische revolutie te ondersteunen, klinkt het. Een statement dat gestoeld is op een gebrek aan juiste informatie, want er zijn meer dan genoeg laadpalen in omloop om de hoge ambities waar te maken.

Opinie: Jean-François Cheyns, oprichter en CEO van MobilityPlus

Eén ding is zeker: de markt van elektrische voertuigen (EV’s) zit in de lift. Alle grote merken zetten er keihard op in, waardoor om de haverklap een nieuwe EV verschijnt. Maar zijn er ook genoeg laadpalen voor al die elektrische wagens?

5x meer laadpalen dan gedacht

De basisregel is eenvoudig: het aantal beschikbare laadpalen moet meeschalen met het aantal elektrische rijders op de weg. En dat is precies wat er vandaag gebeurt op de markt.

Toch geven de media vooral sceptici de wind in de zeilen, door steevast te berichten dat het tekort aan laadpalen problematisch is. Ze komen tot die conclusie door het aantal publieke laadpalen te tellen. Daarvan zijn de cijfers immers bekend. Wat ze daarbij over het hoofd zien, zijn de laadpalen op bedrijfssites of bij mensen thuis. Als ook deze palen meegeteld zouden worden, eindigt het totale aantal vier of vijf keer hoger. Dat geeft al een veel genuanceerder beeld.

Laadinfrastructuur schaalt met factor 1,5 tot 2

Een elektrische wagen laden, verloopt niet hetzelfde als het klassieke tanken. Een elektrische wagen laad je elke keer als de mogelijkheid er is, en dus niet enkel als de batterij leeg is.

Waar gebeurt dat vooral? Thuis en op het werk. Eenmaal aangekomen, plug je je auto in. En net op die plekken volgt het aantal laadpalen mooi het groeiende aantal elektrische voertuigen. Bedrijven die inzetten op elektrische mobiliteit plaatsen voor elke EV minstens één laadpunt, en vaak meer: één bij de medewerker thuis en één op de bedrijfssite. Zo zien we de laadinfrastructuur schalen met een factor 1,5 tot 2 per EV.

Veel van onze klanten, waaronder Umicore, hebben op hun bedrijfssites meer dan honderd laadpalen geïnstalleerd die ook beschikbaar zijn voor bezoekers. Die tendens zien we ook terugkomen bij andere bedrijven. Toch duiken deze laadpalen niet altijd op in de cijfers.

Huidige aanbod biedt voldoende zekerheid

De laadpalen die nu geïnstalleerd worden bij mensen thuis en op bedrijfssites, bieden al voldoende zekerheid voor e-rijders. De laadsnelheid en capaciteit hoeven niet opgedreven te worden om de markt te kunnen volgen. De technologie is nu al zo ver gevorderd dat laadpalen op één nacht tijd je auto voldoende kunnen opladen om er 500 km mee te rijden.

Wie toch een grotere afstand aflegt, zal onderweg wel eens een tussenstop moeten maken aan een publieke snellader. Aan zowat elk tankstation staan nu al een paar van die snelladers – je hoeft nooit ver te rijden, en ze worden niet eens continu gebruikt.

Gebruiksgemak is de toekomst

Zijn er dan geen pijnpunten meer voor laadpalen? Toch wel: er is zeker nog ruimte voor verbetering, vooral in het gebruiksgemak van laadpalen. Fabrikanten zullen er bijvoorbeeld vaker voor kiezen om hun laadpalen uit te rusten met een display. Gebruikers krijgen daarop met tekst en symbolen informatie over hun laadsessie. Handig als er een probleem opduikt tijdens het laden.

De kWh-prijs vermelden op de laadpaal, zoals in Nederland, zal publiek laden ook meteen een stuk transparanter maken. We wachten daar nog de sectorafspraken af, maar een verplichte prijsvermelding lijkt enkel een goed idee.

Betalen op zich zal in de toekomst makkelijker gaan. Ik verwacht dat laadpassen al snel plaats zullen maken voor QR-codes en betaalterminals. Bovendien zal een verschuiving van analoge communicatie tussen laadpaal en elektrische auto naar digitale communicatie automatische verrekeningen mogelijk maken. Met digitale communicatienetwerken zullen laadpalen veel meer informatie kunnen ophalen over de elektrische wagens die eraan gekoppeld worden. De laadpaal krijgt zo toegang tot gegevens zoals het batterijpercentage, een gekoppelde laadpas of bankrekening. Dan hoef je zelfs geen laadpas of bankkaart meer boven te halen. De laadpaal zal dan de laadkosten automatisch verrekenen.