Met de elektrische wagen naar Oostenrijk? Geen probleem!

Met de elektrische wagen naar Oostenrijk? Geen probleem!

Op donderdag werd Job Devos’ elektrische bedrijfswagen geleverd, op zondag vertrok hij ermee op vakantie naar Oostenrijk. Een rit van meer dan 1.000 km, die zonder laadstress verliep. “Ik raad het iedereen aan, het rijcomfort is veel hoger. Met wat voorbereiding ben je zeker van een vlotte reis.”

Zonder stress vertrokken

De reis van Job Devos, werfleider bij het houtbouwbedrijf Woema, was meteen extra spannend: hij had een aanhangwagen mee, met een zware motor erop. “Mijn zaakvoerder was duidelijk: het is niet omdat hij kiest voor elektrisch rijden, dat ik moet inboeten aan comfort. Ik kreeg dus een Škoda Enyac iV, met voldoende plaats, voldoende actieradius én een trekhaak, net zoals mijn vorige bedrijfswagen had.”

Zoek zeker voldoende laadlocaties op voorhand, met meerdere laadpunten. Zo hoef je nooit te wachten.

Job Devos

“Ik ben drie dagen na de levering van mijn Škoda vertrokken. ‘Laadstress’ had ik niet. Ik had al eens een lange elektrische rit gemaakt en wist dat ik me moest voorbereiden.” Die voorbereiding bestaat vooral uit laadlocaties zoeken. “Met het gewicht dat ik meetorste, was ik er zeker van dat ik 350 km kon afleggen. Toch heb ik een veiligheid ingebouwd en om de 250 km een laadlocatie opgezocht. De gps van de wagen helpt daar gelukkig enorm bij.”

Tip: nooit wachten op plaats

“Toch weet de gps niet alles: welke laadpunten compatibel zijn met mijn laadpas van MobilityPlus, bijvoorbeeld. Dat bleek gelukkig geen probleem: de app van MobilityPlus weet dat wel. Ik geef ook iedereen de tip om niet naar snelladers te rijden waar er maar één laadpunt is – ook dat staat op de gps. Zo heb ik nooit moeten wachten op plaats. Een laadbeurt met een snellader duurt zo’n 20 minuten.”

Tijdens de terugreis ben ik 4 keer gestopt om te laden. Als je af en toe al stopte om te drinken of te eten, dan voel je dat niet.

Job Devos

Dat betekent dus een wat langere reistijd, maar wel een veel ontspannener manier van reizen. “Tijdens de heenreis ben ik vijf keer gestopt. Tijdens de terugreis wist ik beter wat de wagen aankon en kwam ik toe met vier keer. Ik had vroeger niet de gewoonte om te stoppen onderweg, gemiddeld kwam er dus anderhalf uur bij. Maar ik kwam nu wel veel minder moe en opgejaagd aan op de bestemming.”

Steeds voldoende locaties

Ook binnen het toch bergachtige Oostenrijk kwam Job nooit in de problemen. “De actieradius bleef altijd minstens 400 km zonder aanhangwagen, onafhankelijk van de helling. Wat je verliest als je bergop rijdt, win je weer in de afdaling. Uiteraard heeft je rijstijl ook wel impact op je bereik. ’s Avonds vond ik altijd een traaglader op minder dan 10 minuten stappen. Duitsland en Oostenrijk zijn goed bediend op dat vlak: aan elk tankstation, zelfs aan elke kerk is er minstens een dubbel laadpunt.”

Bij een snellader betaal je zo’n 85 eurocent per kWh, bij een traaglader zo’n 45 cent.

Job Devos

“Één keer stond er een auto geparkeerd aan een vrij laadpunt, dat daardoor dus onbruikbaar was. Maar er was altijd marge: de dag nadien heb ik gewoon een snellader gezocht en kon ik snel weer weg. Waar mogelijk heb ik binnen Oostenrijk altijd gekozen voor een traaglader. Ik hoefde daar van mijn werkgever geen rekening mee te houden, maar het scheelt veel voor zijn afrekening. Bij een snellader betaal je zo’n 85 eurocent per kWh, bij een traaglader zo’n 45 cent.”

Voor iedereen?

Job zegt het zonder twijfel: elektrisch rijden is voor iedereen, ook voor lange ritten. “De grootste uitdaging vind ik nog dat elke laadpaal anders werkt: bij het ene model moet je eerst aankoppelen, bij het andere eerst je laadpas gebruiken, bij nog een ander eerst op een knopje drukken … Sommige mensen zullen dat moeilijk vinden. Ik raad hen aan om rustig te blijven, het werkt uiteindelijk altijd. Maar het maakt een goede opstartondersteuning noodzakelijk. Je zal sommige dingen wat anders moeten doen dan voorheen, maar je krijgt er een veel hoger rijcomfort voor terug. Wanneer je elektrisch gereden hebt, wil je niet meer terug.”